Alfabetisch overzicht Qìgongtermen

Acupressuur: methode om door middel van drukkend masseren op Acupunten (zie aldaar) de doorstroming van meridianen te bevorderen, met als doel bepaalde ziekteverschijnselen en/of kwalen te bestrijden. Acupressuur kan ook preventief toegepast worden. Shàolín heeft een aantal oefeningen ontwikkeld waarbij acupressuur en Qìgong zijn gecombineerd; er wordt dan ook gebruik gemaakt van Daoyin (zie aldaar)

Acupunten: op de meridianen liggende punten die door prikkeling (naalden of drukken) de werking van de meridiaan, en daarmee het hele energiesysteem, beïnvloeden. De punten hebben een specifieke werking en of functie, welke wordt uitgedrukt in de Chinese benaming van de punten. Recente Chinese publicaties over acupunctuur spreken over 52 enkele punten, 309 dubbele punten en 58 buitengewone punten (niet op een meridiaan liggend).

NB. Het boekje "Meridianen in beeld" uit de webwinkel geeft voor acupressuur- of Qìgong-doeleinden voldoende duidelijk de plaatsbepaling van alle punten.

Baihùi: honderd kunnen/mogelijkheden punt; Dùmài 20

Bao Jiàn Gong: gezondheidsoefeningen

Brokaatoefeningen zittend, staande en met stok. Zie de Webwinkel.

Burn out: schadelijke energiestroming in het lichaam door verkeerde toepassing van Daoyin

Dà Zhou Tian: grote kosmische of universele kringloop; het onbelemmerd stromen van alle meridianen

Danding vingers: Speerpuntvingers (zie aldaar) maar met de top van de middelvinger op het nagelbed van de wijsvinger

Daoyin: is het effect van gerichte Aandacht c.q. Mind Control (zie aldaar); de Qì wordt met aandacht in een bepaalde richting of naar een bepaald acupunt (om)geleid. Beginnende Qìgong beoefenaren wordt aanbevolen eerst goed de bewegingen onder de knie te krijgen, voordat men zich gaat bezighouden met Daoyin. De "Shébashì" bevat een groot aantal Daoyin aanwijzingen.

Dà Yú Jì: grote vis terug stuit punt; de muis van de hand

Dàzhúi: grote zuil, Dùmài 14

Dantián: letterlijk: een vruchtbaar veld. Het is het centrum waar Qì zich van nature verzamelt en verspreidt. Het valt samen met het acupunt Qìha0 (zee van energie) Rènmài 6

Dartele vis Qìgong. met effectieve oefeningen voor de ogen. Zie de Webwinkel.

Dàtse Tong Jinfa: een methode om middels het buigen van vingers en tenen de doorstroming van meridianen te bevorderen. Er is een algemene oefenserie en een specifieke, op bepaalde ziekten of kwalen gericht. Kan ook zittend worden gedaan en daarom geschikt voor zieken en mensen die slecht ter been zijn. Beschreven in het boek Tàijí Qigong Shébashi  uit de webwinkel

Doorbranden:  zie Burn out

Dùmài: een hoofdmeridiaan, welke begint in de stuit, langs de ruggengraat omhoog, over het hoofd via een punt in het tandvlees midden tussen de boventanden; de Rénzhong (zie aldaar) naar de Yínjiao.(zie aldaar)

Éméi/Shàolín Qìgong. Boek en Dvd. Zie de Webwinkel.

Fafàng Wài Qì: methode om energie bewust uit het lichaam te leiden, bijvoorbeeld om anderen te genezen. Oefening voor (ver)gevorderden. Niet geschikt voor ouderen, omdat het tot uitputting kan leiden.

Gongbù: (lett. boog en pijl) een veel voorkomende stand in Qìgong. Het voorste been is gebogen, de boog, en het achterste been is recht, de pijl. Het gewicht is in het midden en beide voeten staan plat op de grond. De knie van het voorste been mag niet voorbij de tenen uitsteken.

Gongfu (Kung Fu): zie (Shàolín) krijgskunst

Grijze haren lang en gezond leven. Zie de Webwinkel.

Guolín: de Shàolín monnik die aan de basis stond van een serie loop- en ademoefeningen, welke veel gebruikt worden ter bestrijding van kanker. (Beschreven in "Nieuwe Shàolín Medische en Baojiàn Qìgong oefeningen voor beginners" ) Mevrouw Ling Mei Shu heeft onder de naam Guolín bredere bekendheid aan deze oefeningen gegeven, nadat zij zichzelf van kanker genezen had. Er is ook een Nederlandse stichting die zich speciaal toelegt op Guolin Qigong; www.guolin.nl

Hart: het begrip hart is in de Qigongtheorie meer dan het fysieke hart; het is ook het geheel van emoties en gedachten

Innerlijke kracht: Nèi Jin; Qìgong-techniek waarbij niet alleen spierkracht (Yáng) maar tegelijk ook iets terughoudends, iets terug nemends (Yin) wordt ervaren. Is een aspect van Daoyin, dat door oefening steeds diepgaander kan worden ervaren. Deze kracht is veel groter dan alleen de spierkracht.

Innerlijke lach: als onderdeel van de Qìgong houding. Vooral gevoeld als zodanige ontspanning in de ogen en op het gezicht, dat men het moment vlak voor een glimlach bewust kan onderscheiden. Als de geest wordt vrijgemaakt van de zeven emoties en het lichaam is ontspannen, dan breekt de onderliggende harmonie door naar buiten op het gezicht. Kan niet opgewekt worden. Is een resultaat van loslaten.

Jing: essentie; staat in verband met langzame, organische veranderingen in het lichaam; de ontwikkelingen op langere termijn. Dit in tegenstelling tot Qì welke te maken heeft met bewegingen en Shén dat staat voor geest, bezieling

(Klop)massage. Boek. Een grote variatie in zelf (klop) massages en Qìgong. Zie de Webwinkel.

Kringloop: grote en kleine kosmische - zie Dà Zhou Tian en Xiào Zhou Tian

Kweekplaats voor lichaam en geest; Ook bekend als basis van Qìneng. Zie de Webwinkel.

Laógong energieveld in de handpalm dat op natuurlijke wijze energie opneemt of afgeeft. Het valt samen met acupunt Pericardium 8. Ìn de handpalm bevindt zich de "binnen Láogong" en op de rug van de hand de "buiten Láogong"

Lín Hò Shen: Shàolín monnik die de Shébashì (en andere oefeningen) heeft ontwikkeld en gepromoot, zodat deze oefening het predikaat "Shàolín" mag dragen

Meridianen: een onzichtbaar netwerk dat alle organen, Jing, Qì en Shén met elkaar verbindt. Er zijn twaalf gewone meridianen welke gekoppeld zijn aan de organen. Acht zogeheten wonderbaarlijke meridianen, waaronder twee hoofdmeridianen: Rènmài en Dùmài (zie aldaar). Er is ook nog een centrale meridiaan (Zhongmài) die midden door het lichaam loopt van de Baihùi naar het perineum. De meridianen bevatten punten die door massage of acupunctuur kunnen worden gestimuleerd of geprikkeld, om zodoende de omloop van Jing, Qì, Shén en Bloed in het betreffende deel van het energiestelsel te kunnen beïnvloeden. Een stoornis in een Orgaan veroorzaakt disharmonie in de meridiaan en omgekeerd. Voor een boek met de vindplaats van alle acupunten, met een register in alfabetische volgorde, zie de Webwinkel.

Mind control: de aandacht sturen naar (bepaalde plaatsen in) het lichaam of naar bepaalde acupunten. De Chinezen ontdekten een wetmatigheid: waar je de aandacht op richt (in het lichaam), daar gaat de Qì heen en bloed volgt de Qì. (Bloed en Qì zijn het Yin en Yáng aspect van hetzelfde verschijnsel; zie ook bij Yin en Yáng)

Mìngmén: Dùmài 4. Letterlijk: levenspoort. Bevindt zich tussen de wervels, recht tegenover de navel.

Nèi Jin: innerlijke kracht. Gevorderden techniek. Een beweging met Nèi Jin uitvoeren betekent dat de beweging aanvoelt alsof uitwendige tegenstand moet worden overwonnen. Bijvoorbeeld: de handen met Nèi Jin duwen, aan laten voelen alsof een bal onder water gedrukt wordt. Deze zachte, innerlijke kracht, wordt geleid vanuit de Dantián en kan uitwendig (bijv. door een tegenstander) als een grote kracht ervaren worden.

Nèi Qì: de Qì die binnen in het lichaam aanwezig is. In tegenstelling tot Wài Qì (zie aldaar)

Nèi Gong: innerlijke kunst, om de in het lichaam aanwezige Qì te kunnen (om)leiden of toespitsen naar bepaalde plekken in het lichaam. Het accent ligt op de (door)stroming in het lichaam, terwijl het lichaam zelf in stilstand is; bijvoorbeeld de Zhàn Zhuang, pilaarstand oefeningen. (Ver)gevorderden techniek.

Nierpunt: Shènshu, Blaasmeridiaan 23

"Nieuwe Shàolín Qìgong" (met Guolín oefeningen) Zie de Webwinkel.

Omgekeerde ademhaling: bij het inademen de onderbuik intrekken en weer ontspannen bij de uitademing

Omgekeerde Qì-ademhaling:  de aandacht ligt op uit-in-ademen ipv in-uit.

Pai Da Cao: kloppen en slaan oefening. Baida is een zelfgeneeswijze waarbij (onderdelen van) het lichaam op stevige wijze wordt beklopt of geslagen. Het bevorderd het uitdrijven van slechte energie en het herstel van goede doorstroming.

Perineum: Hùiyin, Yin verzamelpunt, tussen anus en geslacht, Rènmài 1

energie in de ruimste zin des woords.

Qìgong: letterlijk: Qì kunst.

Qìgong houding: a. op fysiek niveau: voeten op schouderbreedte (vrouwen heupbreedte) klein knikje in de knieën, stuitje "hangt", buik ontspannen, borstkas ruim en licht, schouders ontspannen afhangend, armen en handen náást het lichaam (iets ruimte), hoofd rechtop, nek een beetje rekken, tong tegen de Rénzhong (zie aldaar).

b. op energieniveau: geest, lichaam, ademhaling en gedachten worden gereguleerd, laat gedachten los en beleef de Qìgong houding; hart en geest komen tot rust.

Qìgong Yùn Qì Liáo Fa: geneesmethode door middel van het afzetten van Wài Qì Door intensief Qìgong te trainen neemt de Nèi Qì steeds meer toe. Er komt een moment dat men gereed is om dit overschot aan Nèi Qì om te zetten in Wài Qì. Wacht dit moment rustig af; als het zover is weet u dat zonder enige twijfel en met vreugde in het hart. De Qìgong Yùn Qì Liáo Fa geeft aanwijzingen om het afzetten van Wài Qì te oefenen en tevens een aantal speciaal voor dit doel ontwikkelde oefeningen.

Qí Jing Bamài: de zogenaamde acht wonderbaarlijke meridianen, Rènmài, Dùmài, Zhongmài (centrale meridiaan), Dàimài (gordelmeridiaan), Yin Qiáo en Yáng Qiáo (Yin en Yáng kracht, sterkte), Yin en Yáng Wéi (Yin en Yáng steun)

Qìmén: Qi poort; verzameling acupunten tussen oksel en borstbeen, onder het sleutelbeen

Reguleren (ademhaling, Yin en Yáng, enz.): is feitelijk het in natuurlijk evenwicht laten komen. Het reguleren speelt zich af op alle niveau's, energie, geest, adem, organen. Evenwicht is gezondheid; onevenwichtigheden leiden tot ziekte, of zijn het gevolg van ziekte; afhankelijk van de vraag of de verstoring een interne of externe oorzaak heeft.

Rènmài: conceptie vat. Een van de Acht Wonderbaarlijke Meridianen. Begint bij het perineum (Hùiyin) en eindigt bij de Chéngjiang. (Midden onder de onderlip, boven het "kuiltje" in de kin)

Rénzhong: letterlijk "het midden van de mens" een acupunt in het tandvlees, midden tussen de boventanden, Dùmài 29 (ook: Shßigou: sloot)

Rode zand handpalm Qìgong voor gevordereden. Zie de Webwinkel.

Ruiter(zit)stand: zinken door de knieën te buigen, het bovenlichaam goed rechtop houden, stuitje naar voren bewegen alsof u wilt gaan zitten, knieën niet voor de tenen laten uitsteken, gewicht op het midden van de voeten en goed verdeeld tussen links en rechts. Zink niet zo diep dat de stand niet kan worden volgehouden, of bovenstaande aanwijzingen niet correct worden gevolgd. De correcte houding is belangrijker dan de diepte van de zinkbeweging. Als de kniehoek groter is dan 120º dan noemt met dit de hoge stand, tussen 120º en 90º is de middenstand, 90º is dan de lage stand. Deze standen kunnen worden getraind door de Zhàn Zhuang (Pilaarstand) te doen.

Samadhi: naar binnen gekeerde aandacht

Shàolín: Boeddhistische tempelcomplexen in Midden en Zuid China.

Shàolín Zhàn Zhuang: Shàolín Pilaarstand vorm. Een serie statische Qìgong oefeningen

Shàolín krijgskunst: wordt beoefend in Noord-Shàolín, de bekende Gongfu (Kung Fu). Wordt ook wel "harde kunst" genoemd, in tegenstelling tot de minder bekende Qìgong van Zuid-Shàolín, dat omschreven wordt als "zachte kunst".

Shàolín Wu Shù: Shàolín krijgskunst (zie aldaar)

Statische Qìgong: waarbij het lichaam onbeweeglijk wordt gehouden, waardoor de binnenkant van het lichaam des te meer in beweging komt.

Shébashì Ook wel 18-stappen genoemd. Een zeer populaire en goede oefenserie. Zie de Webwinkel.

Shén: de levenskracht achter Jing en Qì. Ook wel bezieling genoemd

Speerpuntvingers: Wijsvingers en middelvingers bij elkaar uit stekend, duim op ringvingers en pinken

Tàijí Quan: (ook wel T'ai Chi): door middel van langzame vloeiende bewegingen de Qì in het lichaam cultiveren. Heeft zowel gezondheidskanten, vechtsportkanten en aspecten van zelfverdediging. Steunt op Taoïstische filosofie.

Taillevorm ontspannen van de. Onderdeel van het boek "Nieuwe Shàolín Qìgong (Guólin) deel 2. Zie de Webwinkel.

Tánzhong: hartstreek punt; Rènmài 17. Pijnlijk uitstralend kuiltje in het borstbeen, op de lijn tussen de tepels.

Tién Ruì Sheng:  heeft in 1988 de Xianggong wereldkundig gemaakt

Tunà ademhaling: met aandacht troebele energie uitademen en schone energie inademen

Tijgerbek: vorm van de hand waarbij duim en wijsvinger goed uit elkaar gehouden worden

Vijf Elementen: 5 uitingsvormen of fasen  van Qì. Deze 5 fasen zijn gekoppeld aan de organen en ingewanden, en aan de corresponderende meridianen.  De elementen genereren en beheersen elkaar. Disharmonie kan tot ziekte leiden. Werken aan harmonie tussen de elementen (met acupunctuur, oefeningen, medicijnen, massage, voedingspatroon) heeft een genezend effect. De elementen, in de genererende volgorde zijn: Water, Hout, Vuur, Aarde en Metaal. De Chinese term voor vijf elementen luidt "Wú Xíng"

Wài Qì: de Qì die zich buiten het lichaam bevindt of uit het lichaam geleid wordt; zodra de Nèi Qì (zie aldaar) buiten het lichaam komt, wordt dit Wài Qì genoemd

Wu Dang: tempelcomplex in China, bekend staand om zijn Nèi Gong leer, (Tàijí Quan)

Wú Kong: Shàolín hogepriester die op zijn sterfbed Tién Ruì Sheng  heeft gevraagd de Xianggong wereldkundig te maken

Wú Xíng: Vijf Elementen.  Wú Xíng oefeningen behoren tot het terrein van Tàijí,  maar zijn veelal gemakkelijker dan de meeste Tàijí-vormen

Xiào Zhou Tian; kleine kosmische of universele kringloop

Xianggong: letterlijk "geur oefening". Een bijzondere Qigongoefening vanwege het feit dat geen D|oy0n hoeft te worden toegepast, beter van niet zelfs. Erg geschikt voor thuisstudie, met uitzondering van de oefeningen van deel 3, die geschikt zijn voor mensen met Qigong/Taiji ervaring en meditatie. Boek en Dvd. Klik HIER

Yánggu: Yáng vallei, Dunne darmmeridiaan 5

Yáng palmen: de handpalm is naar boven gericht (i.t.t de Yin palm die omlaag wijst)

Yang Shen: gezondheid

Yang Shen Qìgong:  Een verzameling staande en zittende Qìgongoefeningen van Shàolín die specifiek gericht zijn op ouderen; dat moge ook blijken uit de titels van deze oefeningen: 1. "Lang geestelijk helder en lichamelijk gezond blijven." 2. "De kunst om ondanks grijze haren ziektes en kwalen te weren." 3. "Ondanks grijze haren lang gezond blijven en het leven verlengen." Zie de Webwinkel.

: aandacht, gedachte (uitspreken als iè)

Yin en Yáng: (spreek uit als: ien en jáng) de twee fundamentele krachten. Het karakter Yin verwees oorspronkelijk naar de noordelijke berghelling en het karakter Yáng naar de zuid-helling. Yin en Yáng zijn geen losstaande begrippen; zonder elkaar kunnen ze niet bestaan. De vijf principes over Yin en Yáng luiden: 1. Alles heeft Yin- én Yáng aspecten; absoluut Yin of volkomen Yáng kan niet bestaan. 2. Elk aspect van Yin of Yáng kan steeds weer verder onderverdeeld worden in Yin en Yáng. 3. Yin en Yáng scheppen elkaar; de tegengestelde aspecten bepalen elkaar. 4. Yin en Yáng reguleren (zie aldaar) elkaar; van nature wordt een evenwicht tussen beide in stand gehouden of hersteld. 5. Yin en Yáng gaan in elkaar over. Dit is de bron van alle veranderingen. Yin gaat over in Yáng en omgekeerd. Dit is de basis van de bekende Yìjing (I Tjing). Sommigen definiëren Qì als het voortdurende proces van overgang van Yin naar Yáng en weer naar Yin.

Yin palmen: de handpalm is naar de aarde gericht

Yìntáng: stempel kamer, ook wel "derde oog", buitengewoon punt 2 (uitspreken als ientháng)

Yongquán: borrelende fontein; synoniem: eeuwige bron, Nier 1

Yuan Qì: de eerste levensenergie, voorgeboortelijke energie, oorsponkelijke of basis energie

Yùn Qì Liáo Fa: een methode om door middel van geleide zichzelf of anderen te behandelen bij ziektes en aandoeningen

Zhàn Zhuang letterlijk staan als een pilaar. Ook wel de boomhouding genoemd